Uitspraak 20-003 Ontbinden en vervangen van een centrale cliëntenraad
Een zorgaanbieder verzoekt de LCvV te beoordelen of het voorgenomen besluit om de centrale cliëntenraad te ontbinden en met de lokale raden te gaan zorgen voor vervanging, in redelijkheid genomen kan worden. De CCR verzet zich tegen dit besluit en tegen het voorleggen hiervan aan de LCvV.
De voorzitter van de LCvV oordeelt dat de huidige Wmcz (1996) geen (proces)voorschriften bevat terzake van dergelijke besluiten en dat op grond van jurisprudentie de kantonrechter in dergelijke zaken bevoegd is. Anders is dat wanneer een reglement uitdrukkelijk bepalingen bevat over beëindiging van lidmaatschap en/of vervanging van raden en daarbij de LCvV dan heeft aangewezen als bevoegde geschilinstantie. In de Wmcz 2018 die met ingang van 1 juli 2020 in werking treedt is een commissie van vertrouwenslieden wel bevoegd dergelijke verzoeken te beoordelen.
Aanmaakdatum: | 25-05-2020 |