Uitspraak 21-011 Representatieve delegatie
Drie verzoekers stellen dat de huidige cliëntenraad van een zorginstelling dient te worden ontbonden. Zij beschouwen zichzelf als representatief te achten delegatie van cliënten of hun vertegenwoordigers ex art. 13 lid 6 Wmcz2018. De zorginstelling bestrijdt dat en bestijdt daarmee ook de bevoegdheid van de commissie.
De LCvV oordeelt dat dat er in dit geval voldoende feiten en omstandigheden wijzen op de benodigde representativiteit van verzoekers. Verzoekers blijken in het recente verleden directe eigen ervaring met de zorgverlening van deze instelling te hebben opgedaan. Zij hebben aantoonbaar in die rol laten zien betrokken te zijn en te hechten aan goede medezeggenschap. Ook hebben zij gepoogd toe te treden tot de huidige raad maar werden niet (meer) toegelaten (twee verzoekers) of kozen ervoor (1 verzoeker) er vanaf te zien. Dit blijkt ook bij andere kandidaten te zijn voorgekomen. De huidige raad bestaat daarbij al langere tijd uit twee personen hetgeen volgens het reglement onder het minimum is.
De commissie verklaart zich bevoegd om van dit verzoek kennis te nemen en houdt de beoordeling van het verzoek of ontbinding van de huidige raad noodzakelijk is aan.
Aanmaakdatum: | 21-12-2021 |