Uitspraak 22-016 Verzoek ontbinding cliëntenraad door een representatieve delegatie
Een groep van twaalf verwanten van cliënten van een aanbieder van ouderenzorg en VG, wordt door de LCvV aangemerkt als representatieve delegatie zoals bedoeld in artikel 13, zesde lid, Wmcz2018. De verhouding raadsleden ouderenzorg/ raadsleden VG blijkt in de huidige clientenraad momenteel niet geheel in overeenstemming met het reglement. De twaalf verzoekers zijn allen verwanten van bewoners in de ouderenzorg en zij stellen terecht dat hun representatie achterblijft (1 zetel minder in de raad dan reglementair zou moeten). Verzoekers vinden dat de clientenraad de kritiek en zorgen van de achterban niet vertolkt ten aanzien van een voornemen van de zorginstelling om bepaalde zorgtaken mogelijk te gaan overdragen aan een andere aanbieder.
Van tekortschieten, laat staan structureel tekortschieten van de huidige clientenraad is geen sprake volgens de LCvV. Terzake van de overdracht van zorgtaken is er nog geen sprake van een (voorgenomen) besluit. De clientenraad haalt wel kritische input op en gebruikt deze in de advisering. Verder blijkt de clientenraad autonoom te opereren ten aanzien van de zorginstelling, de wettelijke taken uit te oefenen en achterbancontacten te organiseren. Een verzoek tot ontbinding van die raad wordt daarom afgewezen.
Aanmaakdatum: | 15-07-2022 |