Uitspraak 22-010 Kosten inhuur externe ondersteuner
Een lokale cliëntenraad is het er niet mee eens dat de overeenkomst met een externe adviseur, die tevens (extern)voorzitter van de raad is, wordt beeëndigd. De raad verklaart in hoge mate op diens expertise te leunen en de adviseur zelf geeft aan dat er diverse belangrijke onderwerpen zijn waarbij zijn verdere inzet benodigd is. De zorginstelling voert aan dat de overeenkomst tijdig is opgezegd en dat er gezocht is naar een minnelijke oplossing waaronder een aanbod voor een andere ondersteuner, maar dat de raad daar niet voor openstaat. Het kostenaspect speelt een grote rol. De inhuur van externen wordt bij deze organisatie, die financieel in zwaar weer verkeert, al langere tijd aan banden gelegd.
De commissie oordeelt dat het beëindigen van de overeenkomst allerminst overzichtelijk is verlopen en dat het ontbreken van een actueel en zorgvuldig opgesteld medezeggenschapsreglement zich hier doet voelen. De opdracht aan de adviseur kan wel als voltooid worden beschouwd en de beslissing de overeenkomst niet langer te verlengen kan de redelijkheidstoets doorstaan.
| Aanmaakdatum: | 13-06-2022 |
Gerelateerde documenten
Een werkgroep die is ingesteld om een nieuw medezeggenschapsreglement op te stellen is geen partij die bevoegd is om - bij gebrek aan overeenstemming over (een deel van) het reglement- een geschil aan de LCvV voor te leggen. De commissie reflecteert naar aanleiding van het voorgelegde geschil op de ..
Een cliëntenraad wil dat hun huidige ondersteuner een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal worden aangeboden. De zorginstelling wil daar om verschillende redenen niet toe overgaan en heeft een externe partij al opdracht gegeven om te starten met werven van kandidaten waar de raad dan wel of niet mee in ..
De commissie is niet bevoegd een uitspraak te doen op een verzoek dat niet afkomstig is van een cliëntenraad. Bemiddeling kan alleen als alle betrokken partijen daarmee instemmen.
Tussen (de voorzitters van) twee clientenraden is een onderling geschil ontstaan. Een van de raden verwijt de bestuursvoorzitter in reactie op dit geschil niet redellijk danwel niet zorgvuldig te hebben opgetreden.
De commissie constateert dat de medezeggenschapsregeling voor deze organisatie geen regeling bevat over hoe te handelen bij onderlinge/interne fricties ..