Uitspraak 23-007 Medezeggenschapsregeling
Een lokale cliëntenraad wendt zich tot de LCvV vanwege het reeds invoeren van een nieuwe medezeggenschapsregeling voor alle overige raden en de CCR van de instelling. De lokale raad heeft de nietigheid van dat besluit ingeroepen omdat hij niet had ingestemd.
In reactie op het verzoek vraagt de zorginstelling de LCvV om vervangende toestemming om het reglement ook voor betreffende lokale raad te gaan vaststellen.
Oordeel LCvV: Het is toegestaan om een regeling voor overige raden, die er wel mee hebben ingestemd, reeds vast te stellen. De ingeroepen nietigheid heeft geen effect aangezien het vaststellingsbesluit niet van toepassing was op de betreffende clientenraad; aan deze had de instelling laten weten dat het oude convenant van toepassing zou blijven totdat er vervangende toestemming van de LCvV zou zijn. De commissie is kritisch over deze aanpak van de instelling maar acht die niet in strijd met de wet.
De inhoudelijke argumenten om geen instemming te verlenen vindt de LCvV niet redelijk; de lokale raad vindt dat álle lokale raden in de CCR vertegenwoordigd zouden moeten zijn. De LCvV oordeelt dat een lokale raad, dus ook verzoeker, deelname in de CCR via een clusterraad kan bewerkstelligen. Dat het enquêterecht in deze organisatie bij de CCR belegd is, acht de LCvV zonder nadere concrete onderbouwing van de verzoeker ook niet per definitie onredelijk.
Aanmaakdatum: | 21-04-2023 |